Nog steeds geen beslissing van RVO

 

Naar verluidt wachten nog zo’n 4.500 landbouwers op een beslissing over de uitbetaling van hun betalingsrechten voor het jaar 2015. Sommige landbouwers hebben helemaal nog geen uitbetaling gehad of zijn van mening dat het besluit onjuistheden bevat, waardoor de betaling te laag uitvalt. Anderen hebben vooral belang bij een juiste beoordeling van hun areaal landbouwgrond, die ze niet alleen in 2015 hebben opgegeven, maar ook in 2016. Moeten ze nog delen van percelen terugtrekken op grond van 2015 of hebben ze juist gehandeld?

Om het proces van besluitvorming te versnellen biedt de Wet dwangsom wellicht uitkomst. Een bestuursorgaan moet binnen de wettelijke termijn van zes weken na afloop van de bezwaartermijn (ook zes weken vanaf de beslisdatum) een beslissing op bezwaar nemen. Het bestuursorgaan (in dit geval RVO) heeft eenmalig de mogelijkheid deze termijn met zes weken te verlengen. De theorie is dat RVO dan een besluit moet hebben genomen, zodat de landbouwer weet waar hij aan toe is. De praktijk is een andere.

Om de vaart erin te houden biedt de Wet dwangsom de mogelijkheid om RVO in gebreke te stellen. Na de ingebrekestelling heeft RVO nog veertien dagen om een beslissing in uw zaak te nemen. Doet RVO dat niet, dan verbeurt RVO een dwangsom en kunt u zonder een besluit naar de rechter. Een beroep op de Wet dwangsom, een zogenaamde ingebrekestelling, is voor RVO vaak voldoende reden om haast te maken.

Naast de dwangsom en de mogelijkheid om direct beroep in te stellen is van belang dat RVO ook direct na afloop gewezen wordt op de gevolgen voor de aanvraag van 2016. Vooral dit laatste kan van belang zijn om het risico van een herhaalde fout (en dus opzet) te voorkomen in 2016.

Een beroep doen op de Wet dwangsom blijft zowel voor RVO als voor de betrokken landbouwer voelen als een verlies. Soms is het niet anders.

____ TERUG NAAR NIEUWS