Maïs na gras op zand- en lössgronden en de mestwetgeving

 

Door onduidelijkheid in de regelgeving en tegenstrijdige berichten op de RVO-website is verwarring ontstaan over de stikstofbemonsteringsplicht en de stikstofgebruiksnorm bij het scheuren van grasland op zand- en lössgrond ten behoeve van de teelt van maïs in de periode van 1 februari tot en met 10 mei. Op 18 maart 2019 is een wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet gepubliceerd, waarmee de onduidelijkheid is opgeheven.

Bedrijven met derogatie
Wanneer derogatie wordt toegepast, vindt er bij de teelt van maïs na gras een vermindering van de stikstofgebruiksnorm plaats van 65 kilogram per hectare die is vernietigd. Voor het kalenderjaar 2019 geldt in deze situatie geen stikstofbemonsteringsplicht.

Bedrijven zonder derogatie
Bij bedrijven zonder derogatie vindt bij de teelt van maïs na gras geen korting op de stikstofgebruiksnorm plaats. Deze bedrijven hebben echter wel een stikstofbemonsteringsplicht, indien zij na vernietiging van de graszode nog stikstofhoudende meststoffen willen gebruiken.

Let op! De stikstofbemonsteringsplicht geldt wel voor derogatiebedrijven, wanneer men na het scheuren van gras in de periode van 1 februari tot en met 10 mei een ander gewas teelt dan maïs én men een stikstofhoudende meststof wil gebruiken.

____ TERUG NAAR NIEUWS