Belangrijke uitspraak Hoge Raad over herwaardering landbouwgronden

Met het oog op een mogelijke afschaffing van de landbouwvrijstelling hebben veel landbouwers in de afgelopen jaren hun landbouwgrond geherwaardeerd tot de marktwaarde. Over de mogelijkheden van herwaardering worden een aantal proefprocedures gevoerd. Op 30 september heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in een proefprocedure.
In deze procedure ging het om de vraag of herwaardering van gronden mogelijk is bij inbreng van grond in een maatschap of vennootschap onder firma. Volgens de Hoge Raad is het toegestaan om het gedeelte van de stille reserves dat niet wordt overgedragen aan de andere vennoot ook te herwaarderen.
De Belastingdienst stelde zich op het standpunt dat als men de ondergrond van gebouwen wil herwaarderen men tevens verplicht is de gebouwen te herwaarderen. Een herwaardering van gebouwen is wel belast. De Hoge Raad oordeelde echter dat het mogelijk is om de ondergrond wel te herwaarderen en de gebouwen niet.
In sommige gevallen valt echter niet de gehele meerwaarde van de grond onder de landbouwvrijstelling (bijvoorbeeld bij een pachtersvoordeel). Het is in die gevallen volgens de Hoge Raad niet toegestaan om de landbouwgronden te herwaarderen voor alleen dat gedeelte waarop de landbouwvrijstelling wel van toepassing is. Worden dergelijke landbouwgronden geherwaardeerd, dan vindt er naar evenredigheid realisatie plaats van zowel het vrijgestelde deel als het niet-vrijgestelde deel. Dit zal betekenen dat in dergelijke gevallen herwaardering veelal niet aantrekkelijk is vanwege de belastingheffing over het niet-vrijgestelde gedeelte.
____ TERUG NAAR NIEUWS