Aanmelden vrijstellingsregeling zoogkoeien voor 7 november

 

Zoogkoeienhouders kunnen onder voorwaarden deelnemen aan de Vrijstellingsregeling zoogkoeienhouderij. Zij hebben dan geen fosfaatrechten rechten nodig voor jongvee, dat bestemd is om zoogkoe te worden.

Voorwaarden vrijstellingsregeling
Voor deelname aan de regeling gelden de volgende voorwaarden:

  1. Op het bedrijf mogen niet tevens melk- of kalfkoeien of vrouwelijk jongvee voor de melkveehouderij worden gehouden.
  2. Het vrouwelijk jongvee op het bedrijf mag nadien niet op een ander bedrijf (in Nederland of het buitenland) worden gehouden dat melk produceert bestemd voor consumptie of verwerking. De minister adviseert hiervoor een kettingbeding op te nemen in de koopovereenkomst.
  3. Er moet een kennisgeving worden gedaan van het vervallen van de toegekende fosfaatrechten.
  4. Er mogen geen vrouwelijke runderen worden ingeschaard van of uitgeschaard naar een landbouwer, die niet is vrijgesteld.
  5. Wanneer men wil deelnemen aan de vrijstellingsregeling en men inmiddels (een deel van) de fosfaatrechten heeft vervreemd, zullen er voldoende rechten verworven moeten worden om over ten minste hetzelfde aantal rechten te beschikken als initieel is toegewezen.
  6. Wanneer er na de aanmelding voor de vrijstellingsregeling extra fosfaatrechten worden verkregen, is men slechts vrijgesteld indien onverwijld een kennisgeving van het met onmiddellijke ingang vervallen van dit fosfaatrecht wordt geregistreerd.
  7. Bij deelname aan de vrijstellingsregeling komen de fosfaatrechten ook te vervallen ten aanzien van een ander bedrijf waarvan de landbouwer bestuurder is geweest in de drie jaren voorafgaand aan het jaar, waarin hij voor het eerst met het bedrijf gebruik maakt van de vrijstelling. Met de term bestuurder wordt verwezen naar de natuurlijke persoon, die het beleid van het bedrijf (mede) bepaalt.
  8. Men mag niet na 8 maart 2018 zijn gestart met het houden van jongvee voor de zoogkoeienhouderij, indien moet worden aangenomen dat de oprichting van dat bedrijf of het houden van jongvee in de zoogkoeienhouderij op dat bedrijf in overwegende mate ten doel heeft het vervallen van fosfaatrechten te voorkomen.

Consequentie niet voldoen aan voorwaarden vrijstelling
Indien op enig moment in een kalenderjaar niet aan de criteria voor de vrijstelling wordt voldaan, is de vrijstelling niet van toepassing en zal het desbetreffende bedrijf over voldoende fosfaatrechten moeten beschikken voor de op het bedrijf in het gehele kalenderjaar geproduceerde hoeveelheid dierlijke meststoffen. Als deze er niet (voldoende) zijn, is er sprake van een economisch delict.

Let op: ten gevolge van de aanmelding voor de vrijstellingsregeling zijn reeds alle fosfaatrechten vervallen!

Aanmelding vrijstellingsregeling 2018
Men kan worden vrijgesteld indien men zich daartoe, gelijktijdig met de kennisgeving van het vervallen van het fosfaatrecht, aanmeldt bij RVO.nl. Wanneer men over fosfaatrechten beschikt, moet de kennisgeving voor het vervallen van deze rechten voor 1 januari 2019 zijn geregistreerd. Daarbij moet rekening worden gehouden met een registratietermijn van acht weken. Dat betekent dat de aanmelding en de kennisgeving vóór 7 november 2018 moeten zijn ingediend. Wanneer men niet over fosfaatrechten beschikt, kan men zich uiterlijk op 1 december 2018 aanmelden voor de regeling. In 2018 behoeft alleen in de periode na aanmelding te worden voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden 1, 2 en 4.

Men kan ook besluiten pas na 2018 mee te doen aan de vrijstellingsregeling. Wil men zich aanmelden voor het jaar 2019, dan gelden echter dezelfde aanmeldingstermijnen als voor deelname in dit jaar.

____ TERUG NAAR NIEUWS