Dubbelclaim bij verkocht perceel

 

Bij de aankoop van grond in de periode dat de Gecombineerde opgave moet worden ingediend, kan er discussie ontstaan over wie het perceel kan of moet opgeven. Dat het belangrijk is daarover goede (schriftelijke) afspraken te maken, blijkt wel uit onderstaande zaak.

Een perceel landbouwgrond werd in 2016 door zowel de verkoper als de koper opgegeven in hun Gecombineerde opgaven. RVO.nl wees de uitbetaling van de betalingsrechten op het betreffende perceel bij de koper af, omdat het perceel op 15 mei 2016 niet bij hem in beheer was. In januari 2016 was een mondelinge koopovereenkomst tot stand gekomen. Uit een door de makelaar aan de koper gestuurde e-mail volgde volgens de koper dat alle gebruiksrechten in 2016 voor hem waren. De schriftelijke koopovereenkomst was op 13 april 2016 getekend, maar de notariële akte van levering pas op 2 juni 2016. De mondelinge afspraak kwalificeerde volgens de koper als gebruikstitel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde in de beroepszaak dat de koper niet aannemelijk had gemaakt dat hij op 15 mei 2016 beschikte over een geldige gebruikstitel. Uit de schriftelijke koopovereenkomst in samenhang met de leveringsakte volgde dat de feitelijke levering van het perceel plaatsvond direct na de ondertekening van de akte van levering. De koper had niet aannemelijk gemaakt dat partijen in januari 2016 mondeling waren overeengekomen dat hij alle gebruiksrechten van 2016 zou verkrijgen. De genoemde e-mail kon niet als bewijs daarvoor dienen, omdat noch in de nadien opgestelde schriftelijke koopovereenkomst noch in de akte van levering een dergelijke afspraak was opgenomen. Ook het feit dat de verkopende partij sinds 2015 het perceel niet meer had betreden, bewees niet dat de koper het perceel op 15 mei 2016 in beheer had.

____ TERUG NAAR NIEUWS