Equivalente maatregelen akkerbouw in 2018

 

Bedrijven met akkerbouw kunnen zich tot 1 juni 2018 bij RVO.nl aanmelden voor het toepassen van een equivalente maatregel. Voor dit jaar zijn vier equivalente maatregelen mogelijk.

1. Hogere stikstofgebruiksnormen voor grond met hogere opbrengsten
Bij bovengemiddeld hoge gewasopbrengsten mag een extra stikstofgift toegepast worden. Dit geldt voor suikerbieten, bepaalde consumptieaardappelrassen, winter- en zomertarwe, winter- en zomergerst, bepaalde pootaardappelrassen, zetmeelaardappelen, bloemkool, broccoli, slasoorten (eerste teelt), prei, andijvie (eerste teelt), spinazie (eerste teelt), winterpeen/waspeen, zaaiui en maïs. De gewasopbrengst was in 2016 en 2017 bovengemiddeld. Voor de bepaling van de gewasopbrengst wordt uitsluitend uitgegaan van de hoeveelheid die rechtstreeks is afgeleverd aan afnemers.

Er mag maximaal 75 kg stikstof per hectare per jaar (na berekening werkingscoëfficiënt) op zuidelijke zand- en lössgronden en maximaal 100 kg stikstof per hectare per jaar op de overige gronden plaatsvinden in de vorm van drijfmest. De overige stikstof mag uitsluitend plaatsvinden door het gebruik van kunstmest. De betreffende percelen mogen na 1 juli niet meer bemest worden met drijfmest.

2. Hogere fosfaatgebruiksnormen voor grond met fosfaattoestand ‘laag’
Bij bovengemiddeld hoge gewasopbrengsten van suikerbieten, consumptie- en pootaardappelen, zaaiuien en maïs op gronden met de fosfaattoestand ‘laag’ wordt een verhoging van de generieke fosfaatgebruiksnorm met 5 kg per hectare per jaar toegestaan. Het gaat om percelen bouwland die structureel meer dan de fosfaatgebruiksnorm van 75 kg fosfaat per hectare per jaar aan de bodem onttrekken. De gewasopbrengst was in 2016 en 2017 bovengemiddeld. Voor de bepaling van de gewasopbrengst wordt uitsluitend uitgegaan van de hoeveelheid die rechtstreeks is afgeleverd aan afnemers. De extra fosfaatgift is alleen toegestaan in de vorm van kunstmest, compost, champost, schuimaarde of vaste mest van graasdieren. Het gebruik van drijfmest op deze percelen is niet toegestaan.

3. Hogere fosfaatgebruiksnormen voor grond met fosfaattoestand ‘neutraal’
Bij bovengemiddeld hoge gewasopbrengsten van suikerbieten, consumptie- en pootaardappelen, wintertarwe, zomergerst, zaaiuien en maïs op gronden met de fosfaattoestand ‘neutraal’ wordt een verhoging van de generieke fosfaatgebruiksnorm met 5 tot 15 kg per hectare per jaar toegestaan (zie tabel 15 mestttabellen). Het gaat om percelen bouwland die structureel meer dan de algemene fosfaatgebruiksnorm van 60 kg fosfaat per hectare per jaar aan de bodem onttrekken. De gewasopbrengst was in 2016 en 2017 bovengemiddeld. Voor de bepaling van de gewasopbrengst wordt uitsluitend uitgegaan van de hoeveelheid die rechtstreeks is afgeleverd aan afnemers. De extra fosfaatgift is alleen toegestaan in de vorm van kunstmest, compost, champost, schuimaarde of vaste mest van graasdieren. Het gebruik van drijfmest op deze percelen is niet toegestaan.

4. Rijenbemesting in maïs op zand- en lössgronden
Op zand- en lössgronden mag een hogere stikstofgebruiksnorm worden toegepast, indien op deze gronden maïs gezaaid is of wordt op een afstand van maximaal 12 centimeter van de plekken waar met behulp van apparatuur meststoffen zijn gebruikt. De verhoging bedraagt 10 kg stikstof per hectare per jaar op noordelijke, westelijke en centrale zandgronden en 25 kg stikstof op zuidelijke zand- en lössgronden.

Combineren van maatregelen
De equivalente maatregel ‘hogere stikstofgebruiksnorm voor grond met hogere opbrengsten’ mag niet gecombineerd worden met de equivalente maatregel ‘rijenbemesting in maïs’ en evenmin met de stikstofdifferentiatie.

____ TERUG NAAR NIEUWS